* Acute stress
Dit duurt seconden tot minuten.
Het lichaam maakt adrenaline, noradrenaline en dopamine aan. Deze stofjes zorgen voor verschillende veranderingen in het lichaam, met als doel sneller te kunnen bewegen. De hartslag gaat omhoog, er gaat meer bloed naar de spieren. Ook worden bepaalde processen op een lager pitje gezet, zoals de spijsvertering. Dat is immers in tijden van acute dreiging minder belangrijk.
* Chronische stress
Dit duurt minuten tot uren tot zelfs dagen of weken.
Het lichaam maakt vooral cortisol aan. Dit heeft als doel om de veranderingen die bij acute stress waren opgetreden af te remmen (want een te hoge hartslag houdt het lichaam niet vol) maar het lichaam wel actief te houden. Langere termijn functies van het lichaam worden tijdelijk uitgeschakeld of verminderd. Denk hierbij aan het immuunsysteem, vruchtbaarheid en slaap. De hond heeft immers niks aan goede weerstand of vruchtbaarheid als hij het dreigende gevaar niet overleefd.
De werking van het lichaam bij stress was vroeger erg nuttig. In de natuur duurde stress immers nooit heel lang. Een natuurbrand kon eventueel voor een paar dagen stress veroorzaken, maar meestal duurde de stress veel korter. Het lichaam had vervolgens de tijd om weer te herstellen.
Onze huishonden ervaren vaak veel langduriger stress. Ze zijn bijvoorbeeld dagelijks langere tijd alleen terwijl het sociale dieren zijn, worden opgesloten in een bench of ze kunnen te weinig eigen keuzes maken. Ze raken gefrustreerd doordat er niet in hun natuurlijke behoeften voorzien wordt of ervaren pijn doordat ze worden uitgelaten aan een oncomfortabele halsband of slechtzittend tuig. Ze voelen zich niet volledig veilig doordat de eigenaar ze corrigeert of hun lichaamstaal niet begrijpt, ze moeten te lang hun plas ophouden, hebben pijn wat niet herkend wordt of worden blootgesteld aan te veel prikkels.
Het mechanisme van stress dat van nature heel goed werkte, werkt nu tegen ze. De cortisol blijft te hoog in het lichaam, het lijf kan niet herstellen. Het gevolg is dat ze minder gezond zijn en minder goed kunnen leren.
Een hond die veel aan stress wordt blootgesteld kan gedragsproblemen ontwikkelen. Denk aan uitvalgedrag, verlatingsangst of overmatig druk zijn.
Een ander voorbeeld hiervan is de hond die achter fietsers of joggers aanjaagt.
Kortgezegd kan een hond om twee redenen achter een dier/mens/object aanjagen. Omdat hij het ziet als een prooi die hij wil vangen (prooiagressie), of omdat hij het ziet als potentieel gevaar wat hij weg wil jagen (angstagressie/defensieve agressie). De laatste vorm komt in de praktijk het meeste voor.
Hoe kun je het verschil herkennen?
* Bij prooiagressie zal de hond fixeren op zijn prooi. Hij houdt zijn focus op zijn doel, verliest het niet uit het oog. Hij heeft een lage ontspannen lichaamshouding en maakt geen geluid. Dit is immers niet nuttig als je een prooi wil vangen. Hij beweegt vaak eerst langzaam en rent daarna snel en doelgericht op zijn prooi af, met een ontspannen staart. De aanval richt hij vaak op de nek.
* Bij angstagressie scant de hond ook zijn omgeving, er kan immers ook van andere kanten gevaar dreigen. De spieren zijn aangespannen, vaak gromt of blaft hij en hij rent met een bewegende gespannen staart. De aanval is meestal gericht op armen of benen.
Waarom ergens achteraan rennen wat je bedreigend vindt? Bij acute dreiging kan de hond kiezen tussen vechten, vluchten, bevriezen of gek rondrennen (de 4 F's: fight, flight, freeze & fiddle). Veel honden kiezen voor vechten: de aanval is wat hun betreft de beste verdediging. Dit gebeurt overigens in een reflex, het is geen bewuste keuze. Het kan vervolgens ook aangeleerd gedrag worden.
Rent je honden achter bewegende dingen aan?
Kijk wat de oorzaak is en ga hier mee aan de slag.
Stress in geringe mate is helemaal niet erg, sterker nog, dat heeft je lijf nodig. Het houdt het breid en lichaam in goede conditie en het zorgt voor een betere concentratie en een grotere weerstand. Maar te veel stress is schadelijk voor zijn welzijn en zijn gezondheid. Zorg dat jij voor hem een betrouwbare factor bent, straf je hond niet maar help hem in moeilijke situaties. En zorg dat je hond dagelijks kan snuffelen, scharrelen, kauwen, keuzes kan maken, voldoende slaapt, regelmatig kan plassen en gedoseerd positieve ervaringen opdoet.
Wees SamenWIjs met je hond.